SV | En gijlieden erger gedaan hebt dan uw vaderen; want ziet, gijlieden wandelt, een iegelijk naar het goeddunken van zijn boos hart, om naar Mij niet te horen. |
WLC | וְאַתֶּ֛ם הֲרֵעֹתֶ֥ם לַעֲשֹׂ֖ות מֵאֲבֹֽותֵיכֶ֑ם וְהִנְּכֶ֣ם הֹלְכִ֗ים אִ֚ישׁ אַֽחֲרֵי֙ שְׁרִר֣וּת לִבֹּֽו־הָרָ֔ע לְבִלְתִּ֖י שְׁמֹ֥עַ אֵלָֽי׃ |
Trans. | wə’atem hărē‘ōṯem la‘ăśwōṯ mē’ăḇwōṯêḵem wəhinnəḵem hōləḵîm ’îš ’aḥărê šərirûṯ libwō-hārā‘ ləḇilətî šəmō‘a ’ēlāy: |
En gijlieden erger gedaan hebt dan uw vaderen; want ziet, gijlieden wandelt, een iegelijk naar het goeddunken van zijn boos hart, om naar Mij niet te horen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gijlieden erger gedaan hebt dan uw vaderen; want ziet, gijlieden wandelt, een iegelijk naar het goeddunken van zijn boos hart, om naar Mij niet te horen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!